Afgelopen voorjaar werd ik benaderd door TEDxVenlo. Of ik interesse had om een talk te geven. Daar hoefde ik geen seconde over na te denken, al jaren had ik een stiekeme wens om ooit een TED-talk te geven. Ik schreef me in voor een van de pitch-rondes en niet veel later hoorde ik dat ik mijn verhaal ‘op de stip’ mocht gaan houden. Ik wist alleen op dat moment nog niet, hoe uitdagend de weg ernaar toe zou zijn…
De eerste versie
Nadat ik hoorde dat ik door mocht vanuit de pitch-ronde, dacht ik nog: ik ga gewoon de pitch van 3 minuten uitwerken tot een verhaal van 10 minuten. En zo begon ik. Ik dook in mijn literatuurmap over wetenschapscommunicatie en schreef een verhaal van drie pagina’s dat ik opstuurde naar mijn TEDx-sprekerscoach Howard. Zijn reactie op mijn eerste versie besloeg ook drie pagina’s. Ja, er zat wat werkbaars in, maar, vroeg Howard mij, wat is precies je ‘idea worth spreading’? Hij wees me erop dat ik een vrij monotoon betoog had geschreven, wetenschappelijk haast. Waar was ík, waar zat de persoonlijke touch, waar zat het verhaal? Oef… ik realiseerde me dat ik het schrijven van een TED-talk totaal had onderschat.
Mijn ‘idea worth spreading’
Ja, wat was mijn idee eigenlijk? Waarom zou mijn verhaal het waard zijn om aan te horen? Ik dacht dat ik wel wist wat mijn missie was, maar ik raakte in de war van al deze vragen. Ze raakten direct aan de kern van waarom ik Studio Wetenschap had opgericht. Maar nu ik deze vragen op me afgevuurd kreeg, vond ik het moeilijk onder woorden te brengen waarom ik wetenschapscommunicatie zo belangrijk vind. Ik realiseerde me dat meedoen aan TEDx me dwong om in sneltreinvaart mijn visie op papier te zetten. Maar dat was lastig. Ik vond geen houvast in wetenschappelijke literatuur. Ik moest het echt uit mezelf halen. Ik struggelde enorm, wat wilde ik precies zeggen? In één van de coachsessies met Howard wees hij me op de ‘funnel techniek’. Een techniek die gebruikt wordt om structuur in een verhaal aan te brengen met een duidelijke opening, argumenten die het verhaal ondersteunen en een slot. Die structuur gaf me uiteindelijk de houvast die ik nodig had om mijn ideeën op papier te krijgen.
Aan de slag met storytelling
Naast een sterk idee, miste de eerste versie van mijn verhaal vooral… een verhaal. Ik werd geconfronteerd met het feit dat ik wel wist hoe ik een wetenschappelijk betoog moest schrijven, maar helemaal niet wist hoe ik dat persoonlijk kon maken. Althans, niet meer. Als kind en later als tiener schreef ik eindeloos verhalen en liet ik makkelijk mijn fantasie de vrije loop. Maar als wetenschapper leerde ik vooral op feiten te bouwen en mezelf als persoon onzichtbaar te maken. Die academische manier van schrijven heeft me geholpen in de wetenschap, maar het zat me nu vooral erg in de weg. Ik begreep wel wat Howard bedoelde, maar ik kon het simpelweg niet op papier krijgen. Ik besloot het anders aan te pakken en terug te vallen op een vaardigheid die ik inzet als ik iets nieuws moet leren: observeren. Ik selecteerde een aantal TED-filmpjes die iets te maken hadden met wetenschapscommunicatie en bekeek ze. Ik plukte de bijbehorende scripts van internet en analyseerde de structuur. Het kostte me heel wat uren, gevloek en frustratie, maar uiteindelijk stuurde ik redelijk tevreden een tweede versie naar Howard. ‘Excellent second draft!’ kreeg ik terug. Mooi, ik zat op het goede spoor en kon me nu richten op het uitwerken van details.
Dit is waar ik voor sta
Op 2 november was het dan zover, het TEDxVenlo event. Hoewel ik vaker voor een groot publiek heb gestaan, voelde dit toch anders. Ik ben gewend om met een wetenschappelijk verhaal op het podium te staan, niet met een persoonlijk verhaal. Het is veel kwetsbaarder. Wat gaan mensen hiervan vinden? Uiteindelijk heb ik zeker genoten van het moment zelf, maar ik was vooral heel blij en opgelucht dat mijn woorden eruit waren. Het voelde alsof ik voor het eerst echt uitsprak waar ik voor sta. En dat voelt behoorlijk goed.
Comments